Cv bijvullen

De waterdruk in de cv-installatie is belangrijk. Een te hoge of een te lage druk kan problemen geven en ervoor zorgen dat het systeem kapot gaat. Controleer ieder jaar of de druk nog goed is en vul de cv als het nodig is.

De juiste waterdruk
Kijk op de ketel wat de waterdruk is. Als deze onder de 1 bar is, moet het systeem bijgevuld worden met water. Je vult de waterdruk bij tot 1,5 a 2 bar. Zorg dat je onder de 2 bar blijft. Als de druk na het bijvullen weer snel wegvalt kan er sprake zijn van een lekkage in het systeem. Neem dan contact op met het cv-bedrijf.

De cv-ketel bijvullen

  1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact en wacht tot de installatie is afgekoeld. Dit duurt ongeveer een half uur.
  2. Zet de thermostaat op de laagste stand en draai alle radiatoren open.
  3. Zoek de koud water vulkraan. Deze bevindt zich vaak in de buurt van de ketel (je kunt hiervoor ook de wasmachinekraan gebruiken). Sluit de vulslang aan op de kraan en draai deze goed dicht.
  4. Sluit de vulslang vervolgens aan op de vulkraan van de cv-ketel, maar draai deze niet helemaal dicht zodat er nog lucht kan ontsnappen.
  5. Open de (wasmachine)kraan voorzichtig, en sluit deze als de vulslang bij de cv-koppeling gaat lekken. De lucht is uit de slang, je kunt deze koppeling nu ook helemaal vastdraaien.
  6. Draai vervolgens de (wasmachine)kraan helemaal open.
  7. Draai de cv-vulkraan een kwartslag. Vul de ketel bij totdat de drukmeter weer tussen 1,5 tot 2 Bar staat. Let op! De druk mag nooit hoger zijn dan 2 bar
  8. Draai eerst de cv-vulkraan en daarna de (wasmachine)kraan weer dicht en haal de vulslang eraf.
  9. Na het vullen moet het systeem ontlucht worden.